Misschien wel de meest beroemde case met piloten is de Japanse JAL1628 vlucht in 1986. Ook hier betreft het een zaak met getuigende professionals van meerdere organisaties en ondersteunende radarbeelden.
Het was een routinevlucht van een Japan Air Lines Boeing 747-200F vrachtvliegtuig van Parijs naar Tokio. De bemanning bestond uit gezagvoerder Kenju Terauchi, tweede piloot Takanori Tamefuji en boordwerktuigkundige Yoshio Tsukuba. Op 16 november vertrok JAL 1628 vanaf Parijs via de Atlantische Oceaan naar IJsland, vervolgens via Canada naar Alaska en uiteindelijk naar Tokio, Japan. Nadat ze de grens van Alaska waren overgevlogen om 05.09 lokale tijd nam de luchtverkeersleiding van Anchorage contact met hen op met de melding dat zij hen op de radar zagen. Hoogte op dat moment was 11.000 meter, snelheid 950 km per uur. De luchtverkeersleider zei hen een koerswijziging van 15 graden naar bakboord te nemen en daarna een koers van 215 graden aan te houden in de richting van Talkeetna.
Om ongeveer 05.11 uur zag gezagvoerder Terauchi de lichten van een ander “vliegtuig” voor hem, ongeveer 600 meter lager en 30 graden links van hen. Hij dacht dat het een Amerikaanse straaljager was van een nabijgelegen luchtmachtbasis en daarom negeerde hij het in eerste instantie. Na een paar minuten echter viel hem op dat de lichten steeds gelijk op gingen met zijn eigen toestel, wat zeer ongebruikelijk is voor patrouillerende straaljagers. Na enige tijd observeren zag hij dat het een groot object was in de vorm van een walnoot, begeleid door twee kleinere schijfvormige objecten. Plotseling verlegden de objecten hun koers en vlogen ze vlak bij hen, het ene object boven de ander. De objecten vlogen verscheidene minuten op een vreemde, schommelende manier gelijk op. Na een minuut of 7 gingen ze zij aan zij vliegen in plaats van boven elkaar.
Het betrof een groot object in de vorm van een walnoot, ruim vier keer groter dan een 747 alsmede twee kleinere, begeleidende schijfvormige objecten. De objecten maken meerdere onmogelijke manoeuvres rondom de JAL1628.
De beschrijving van de bemanning:
"Het was na ongeveer zeven minuten dat we meer aandacht aan de lichten gingen besteden. Toen, heel onverwacht, stopten recht voor ons de twee schotelvormige objecten. Er straalden lichten vanaf, de binnenkant van de "cockpit" werd hel verlicht en ik voelde de warmte op mijn gezicht." Gezagvoerder Terauchi zei dat de gele en witachtige lichten leken op vlammen die uit meerdere raket-uitlaten kwamen. Hij kreeg de indruk dat die in een bepaalde volgorde werden ontstoken, als om het voertuig te stabiliseren. Tweede piloot Tamefuji beschreef de lichten als een gevarieerde kerstversiering met een roze zalmkleur. Hij beschreef de lichten ook als langzaam geel, wit en groen en langzaam pulserend. Boordwerktuigkundige Tsukuba, die achter de tweede piloot zat, had minder goed zicht op de lichten. Hij zag ze voor het eerst door het raam op een 11 uurs positie en hij zag ook groepen pulserende lichten. Hij beschreef de kleuren als wit of amber. Tamefuji besloot de luchtverkeersleiding van Anchorage (Anchorage Air Route Traffic Control Center (AARTCC) op te roepen en een half uur lang stonden JAL1628 en de vluchtleiding permanent in contact met elkaar. Terauchi vroeg aan Tsukuba om hem een fototoestel te geven zodat hij een foto van de lichten te maken. Terauchi kende de camera echter niet en het lukte hem niet om foto’s te maken.
Op dat moment ondervonden ze ook radiostoring en werden ze door Anchorage gevraagd om van kanaal te veranderen. Terauchi vertelde later dat Anchorage bleef vragen over de bewolking in de onmiddellijke nabijheid. “Zij vroegen ons verschillende malen of er wolken op onze vlieghoogte waren. We zagen dunne en gevlekte bewolking in de buurt van de bergen onder ons, maar geen bewolking in de midden tot hoge luchtlaag en de luchtstroming was stabiel.”
Terauchi besloot om te kijken of hij iets kon zien op de boordradar van de 747: “Ik dacht dat het onmogelijk zou zijn om iets op de vliegtuigradar te zien als er op de grotere grondradar niets te zien was, maar ik schatte visueel de afstand tot de objecten en dat was niet veel. Ik zette de digitale weerradar op een afstand van 35 kilometer in lijn met de horizon (dat is dus niet naar beneden gericht.) En daar was het, op het scherm, een groot groen en rond object verscheen op de radar op een afstand van 13 tot 15 kilometer bij ons vandaan in de richting waar wij de lichten zagen. Wij meldden Anchorage dat onze radar het object oppikte binnen 13 tot 15 kilometer op een 10 uurs positie. Wij vroegen hen of zij het ook op de grondradar hadden, maar het leek erop dat zij helemaal niets oppikten.”
Om 05.25 uur merkte de militaire radar van het Elmendorf (EDF) Regional Operational Control Center (ROCC) ook iets op. De operator meldde aan de vluchtleiding in Anchorage dat hij een primaire puls ontving. (Een radarecho zonder aanwezigheid van een transpondersignaal.) Nadat het vliegtuig de draai naar stuurboord had gemaakt, vroeg de radaroperator van Anchorage aan de operator van de naderingsradar in Fairbanks om uit te vinden of er op de korte bereik radar een signaal te zien was. De naderingsradar liet echter niets anders zien dan vlucht JAL 1628. Om 05.40 uur steeg een United Airlines passagiersvliegtuig vanaf Anchorage op en zette koers naar het noorden naar Fairbanks. De radaroperator in Anchorage besloot om de piloot van het UA-toestel te vragen of hij het object kon zien dat het JAL-toestel achtervolgde. De UA-piloot zei dat hij zou kijken zodra hij dichterbij was. De radaroperator vroeg de JAL-vlucht op 10.500 meter hoogte te blijven en de UA-vlucht op 9500 meter. Hij droeg het UA-toestel op iets meer bij te draaien zodat de beide toestellen elkaar binnen 10 kilometer zouden passeren.
Terwijl het United Airlines toestel dichterbij kwam bleef de Ufo ogenschijnlijk achter en stond het JAL-toestel toe om ver voorop te komen. De piloot van de UA-vlucht vroeg de verkeersleider om het JAL-toestel de hoofdlichten te ontsteken zodat hij diens positie kon lokaliseren. Om 05.45 uur deed de JAL-piloot dat. Op dat punt zaten de twee toestellen op ongeveer 45 kilometer van elkaar. Toen de vliegtuigen zo’n 19 kilometer van elkaar verwijderd waren, rapporteerde de UA-piloot dat hij het JAL-toestel kon zien en verder niets. Maar op dat punt was de Ufo klaarblijkelijk verdwenen zonder dat dat door de bemanning van de JAL 1628 was opgemerkt.
Om 05.51 uur vroeg de luchtverkeersleiding aan een militaire vlucht in het gebied of zij ook naar het JAL-toestel konden vliegen om er een kijkje te nemen. Gedurende de volgende minuten observeerde het militaire toestel het JAL-toestel, maar zag geen ander verkeer. JAL 1628 naderde daarna Anchorage en landde om 06.20.
Overigens vond er twee maanden later, op 30 januari 1987, nóg een Ufo incident plaats maar dan met een militair vliegtuig van de Amerikaanse Luchtmacht: Een KC-135 vloog van Elmendorf Airbase naar Eielson Airbase bij Fairbanks en rapporteerde eenzelfde Ufo als de JAL 1628. Voor meer informatie hierover zie https://www.ufocasebook.com/alaska1987.html
Voor de mensen die graag dit verhaal nog eens op videobeelden willen zien kunt u hier kijken naar een documentaire van History Channel:
De FAA verrichtte onderzoek naar het incident. Voor de goede orde: John Callahan van de FAA is geen scepticus of fantast die vanachter zijn toetsenbord een eigen waarheid of meninkje in elkaar draait maar een goed ingevoerde professional die weet waarover hij oordeelt. Hij heeft hierover het volgende te zeggen:
Met dank aan Paul voor de Nederlandse ondertiteling
Onlangs zijn er trouwens nog vele zeer interessante originele documenten opgedoken via The Black Vault.
Bronnen
- UFO Evidence
- Wikipedia
- UFOwijzer
- The Black Vault
- UFO Casebook