Anderhalf uur duurde de publieke hoorzitting gisteren in het Amerikaanse Congres. In die tijd werd er heel wat besproken, maar werd ook over veel zaken gezwegen. Ronald Moultrie, de adjunct-minister van defensie voor inlichtingen en veiligheid, en Scott Bray, de plaatsvervangend directeur van de marine-inlichtingendienst, werden door leden van het Congres ondervraagd over hun aanpak van het ufo-probleem.
Een jaar geleden had het Pentagon een rapport doen verschijnen waarin ufo’s (UAP’s genoemd – unidentified aerial phenomena) een heuse bedreiging voor de nationale veiligheid werden genoemd. In de defensiebegroting voor 2022, die afgelopen december door president Biden was ondertekend, was dan ook behoorlijk wat aandacht voor de bestudering van het ufo-fenomeen. Zo moeten er in 2022 een heel aantal rapportages en briefings worden gepresenteerd aan het Congres waaruit duidelijk moet worden dat de Amerikaanse defensie bovenop het probleem zit.
Maar het Congres was na de laatste briefing van een paar weken geleden duidelijk niet overtuigd dat het Pentagon een juiste koers vaart en grip heeft op het probleem. Ufo-meldingen blijven binnenstromen, maar er blijkt verder weinig mee te gebeuren in termen van analyse en onderzoek. Congresleden waren duidelijk ongerust. Sommigen hadden het idee dat het ufo-probleem in de doofpot werd gestopt. En dus werd er een hoorzitting georganiseerd om de vinger aan de pols te houden.
Historische zitting
Met spanning was er naar uitgekeken door belangstellenden van over de hele wereld. Duizenden mensen keken naar de livestream, ‘UFO’ en ‘UAP’ waren in de VS de hele dag trending topic op Twitter. Want dit zou een historische hoorzitting worden – de laatste Congressionele hoorzitting over ufo’s had meer dan 50 jaar geleden plaats, in 1968, en ging over Project Blue Book. Een jaar later werd Blue Book afgesloten met pakweg een drietal conclusies: (1) ufo’s bestaan niet, het zijn illusies, (2) ufo’s vormen geen bedreiging voor de nationale veiligheid en (3) er is geen reden om ufo’s nog verder te bestuderen.
Zowel uit het Pentagon-rapport uit 2021 als uit de hoorzitting van gisteren werd duidelijk dat die drie conclusies door alle betrokkenen niet langer worden onderschreven. De Amerikaanse overheid én defensie erkent dat ufo’s bestaan: het zijn vormen van technologie die niet alleen met het blote oog, maar ook via verschillende instrumenten worden waargenomen. Daarnaast vormen ufo’s wel degelijk een bedreiging, niet alleen voor de nationale veiligheid, maar voor de luchtvaart in het algemeen – Scott Bray noemde tijdens de hoorzitting nog maar eens de 11 gevallen van near-miss die ook in het Pentagon-rapport werden genoemd. En ten slotte zijn ufo’s nog altijd een groot mysterie dat bestudeerd moet worden in een poging grip te krijgen op vormen van technologie die de Amerikaanse defensiekrachten te boven gaan.
Voor wie in de problematiek geïnteresseerd is, loont het zeer om de anderhalf uur durende sessie te bekijken. Het was zeker geen saaie sessie. Het ging er beschaafd aan toe, maar de onderhuidse spanning was tastbaar. Er valt heel veel over de sessie te zeggen – en er zal nog heel lang over worden nagepraat via allerlei media. Mij vielen vooral de volgende zaken op.
Spanning tussen transparantie en tactische kennis
Allereerst is duidelijk dat er een grote spanning is tussen de vermeende wil tot transparantie en wat Moultrie noemde het veiligheidsaspect van protecting how we know things. Zowel Moultrie als Bray gaven aan dat ze begrijpen dat het Amerikaanse publiek smacht naar openheid over ufo’s. Mensen willen weten wat die dingen zijn, waar ze vandaan komen, wat de overheid erover weet. Maar, zei Moultrie, als we vertellen hoe ufo’s worden waargenomen, geven we veel informatie prijs over onze methoden en over de instrumenten waarmee we ons land verdedigen. En die kennis is ons belangrijkste militaire bezit, die ons een voorsprong geeft op eventuele vijanden. Tegenstanders die weten welke technologie, sensoren en methoden de Amerikanen gebruiken om de wereld in de gaten te houden, hebben een tactische voorsprong. Zowel Moultrie als Bray gaven toe dat er een balans gevonden moet worden tussen tactische geheimhouding en transparantie. En die balans is helaas nog ver te zoeken.
Onwetendheid
Wat me verder opviel was de totale onwetendheid van zeventig jaar ufo-geschiedenis door de twee defensiefunctionarissen. Toen Bray en Moultrie bijvoorbeeld werd gevraagd of ze wisten of er vóór Project Blue Book nog andere overheidsonderzoeken naar ufo’s waren geweest, moesten zowel Bray als Moultrie toegeven dat ze daar geen idee van hadden. Moultrie mompelde nog iets over Roswell waar zoveel verhalen over verteld worden, maar verder zei hij van niets te weten. Hij wist dus niets van de voorlopers van Blue Book, zoals Project Sign en Project Grudge. (Overigens werd ook over AAWSAP en AATIP gezwegen.)
Moultrie en Bray zeiden verder geen kennis te hebben van de meldingen van waarnemingen van ufo’s bij nucleaire complexen, zoals de zaak van Malmstrom Air Force Base uit 1967, waar ufo’s waren waargenomen maar waarbij ook nucleaire raketten spontaan en op mysterieuze wijze waren geactiveerd en gedeactiveerd. In de defensiebegroting was expliciet de opdracht gegeven dat er onderzoek gedaan moet worden naar de meldingen bij nucleaire installaties, maar Moultrie en Bray gaven aan dat ze van dergelijke meldingen niets afwisten. Interessant was dat een aantal leden van het Congres wél een behoorlijke kennis had van de ufo-geschiedenis.
Mysterie
Verder opvallend was dat Bray aangaf dat het Nimitz-incident uit 2004 nog altijd een groot mysterie vormde. Het was nog altijd niet gelukt om een aardse verklaring te geven voor die casus. De manoeuvres die de ‘tictacs’ hadden uitgevoerd, de snelheden die werden waargenomen, de voortstuwingsmechanieken die de ‘tictacs’ gebruikten – het blijft één groot mysterie.
Ook opvallend was de uitspraak van Bray dat er nog altijd continu meldingen binnen kwamen. Bray sprak over een opvallende stijging in het aantal meldingen van de afgelopen twintig jaar. Hij gaf aan dat ook andere landen, waaronder China, dezelfde fenomenen waarnamen. China had zijn eigen ‘UAP Task Force’, zei Bray.
Er waren ondertussen protocollen opgesteld om de meldingen van militairen te verwerken. Militairen werden nu min of meer verplicht om een incident met een ongeïdentificeerd object te melden. Doel was om alle meldingen zoveel mogelijk in een database onder te brengen. Maakte het Pentagon-rapport uit 2021 nog melding van 143 onverklaarde meldingen, ondertussen lagen er meer dan 400 meldingen en dat aantal groeit nog altijd, zei Bray. Bovendien gaven Bray en Moultrie aan dat er niet alleen ufo-meldingen lagen die afkomstig waren van militairen, maar dat er ook meldingen van burgers waren. Wat met die laatste gedaan werd, werd niet duidelijk, want daar was geen protocol voor beschikbaar.
Herhalende geschiedenis
Daarbij dacht ik vaak: de geschiedenis herhaalt zich. De Amerikaanse Luchtmacht, die vanaf 1947 de ufo-meldingen van zowel burgers als militairen bestudeerde, kwam uiteindelijk om in het aantal onverklaarde meldingen. Onderzoek naar de meldingen was amper mogelijk. Uiteindelijk besloot in 1952 het Robertson Panel van de CIA dat omwille van de nationale veiligheid het aantal ufo-meldingen drastisch moest worden ingedamd. De strategie die werd aangewend – ik vertel er uitgebreid over in mijn boek We zijn misschien niet alleen – was om het fenomeen te ridiculiseren, zodat een taboe zou ontstaan dat mensen ervan zou weerhouden melding van ufo’s te doen.
Of het ook deze keer weer zover zal komen, is nog niet duidelijk. Het Congres is duidelijk geïnteresseerd in de ufo-problematiek, er werden ook gisteren kritische vragen gesteld. Het Congres is zich duidelijk bewust van het feit dat het Pentagon uit naam van nationale veiligheid en strategisch belang niet veel openheid wil geven over ufo’s en dat een doofpot dus een reëel gevaar is. Wél is duidelijk geworden dat het ufo-fenomeen hardnekkig is, dat het niet weg gaat, dat het aantal meldingen alleen maar toeneemt en dat het erg moeilijk is om onderzoek naar de meldingen te doen.
Niet voldoende informatie
Zowel Bray als Moultrie gaven aan dat ze open stonden voor alle hypothesen. De buitenaardse hypothese werd door Bray en Moultrie nimmer expliciet benoemd (wél door de leden van het Congres). Bray en Moultrie zeiden dat ze ervan uitgingen dat veel ufo-meldingen verklaard zouden kunnen worden als er maar voldoende data zouden zijn, en dat was juist het probleem: het ontbreken van die data. Hier waren echo’s te horen van Project Blue Book. Ook ten tijde van Project Blue Book was de overheersende gedachte dat ufo’s als sneeuw voor de zon zouden verdwijnen als er maar voldoende informatie beschikbaar was. Opvallend dus dat zelfs nu, met de meest geavanceerde militaire technologie ter wereld, hetzelfde argument van stal wordt gehaald om het ufo-probleem te bagatelliseren.
Ten slotte: er zijn veel zaken niet besproken. Er werd niet gesproken over het onderzoek naar brokstukken van ufo’s en ‘metamaterialen’ of naar de gezondheidseffecten van ufo’s. Ook die kwesties worden expliciet in de defensiebegroting genoemd als speerpunten van actief onderzoek. De vraag of er in de ruimte en onderwater ook ufo’s worden waargenomen – zoals door militairen gemeld wordt – werd door Moultrie snel doorverwezen naar de besloten, geheime zitting die na de publieke hoorzitting zou plaatsvinden. Ook hier zal het argument zijn dat het gaat om tactische, gevoelige informatie. Wel werd gezegd dat er ook met Space Force en met NASA werd samengewerkt. Maar, voegde Moultrie daaraan toe, we werken uiteraard met alle overheidsdiensten samen.
Conclusie
Zal het Congres tevreden zijn met deze hoorzitting? Ik durf het te betwijfelen. Voor Moultrie en Bray was het doel om vertrouwen uit te stralen dat ze de zaak onder controle hebben en actief proberen het ufo-fenomeen in de greep te krijgen. Ik vermoed dat ze niet in hun missie geslaagd zijn. Ik weet uiteraard niet wat er in de besloten zitting nog besproken is, maar als daar gedetailleerde, mysterieuze casussen besproken zijn, zullen die vermoedelijk de vragen die er bij de leden van het Congres leven alleen maar versterken.
Tijdens de sessie was er een moment dat wel een minuut of vijf duurde, waarin Bray een korte video wilde laten zien van een object dat met vermoedelijk een mobieltje vanuit de cockpit van een straaljager was gefilmd. Doel was om aan te geven hoe summier het onderzoeksmateriaal soms is. Het object bleek op slechts één frame van het filmpje zichtbaar, en het lukte maar niet om precies die frame te vinden. Het leverde een beschamend kneuterig geklungel met een laptop op. Dat moment van onmacht om grip te krijgen op de situatie bleek uiteindelijk tekenend voor de hele hoorzitting.