De verwachtingen waren bij velen in de ufo-gemeenschap hooggespannen. Zou het ufo-rapport van het Pentagon op tijd komen? Op 27 december 2020 had Donald Trump zijn handtekening gezet en ging de klok lopen: binnen 180 dagen moest het rapport er liggen. Zou dat lukken? En welke informatie zou het bevatten? Begin juni waren er al wat details over het rapport ‘uitgelekt’, waardoor duidelijk was dat we geen algehele disclosure moesten verwachten. Maar wat dan wel?
Op vrijdag 25 juni verscheen rond 22.30 uur Nederlandse tijd ineens de link naar het rapport online op de website van het Pentagon. Het rapport droeg de titel Preliminary Assessment: Unidentified Aerial Phenomena. De website raakte enige tijd overbelast door de grote belangstelling, maar toch wisten ufo-belangstellenden van over de hele wereld de felbegeerde PDF te downloaden. Algauw bleek het om een mager documentje te gaan: negen pagina’s in totaal en als je de titelpagina’s en de twee appendices daar vanaf trekt, blijven er een schamele zes pagina’s over. De reacties op de sociale media waren dan ook in eerste instantie teleurgesteld en soms zelfs ronduit verontwaardigd en boos. Het rapport is snel te scannen, en het woord ‘extraterrestrial’ wordt geen enkele keer genoemd. En dat terwijl in de berichtgeving over de ‘gelekte’ details nog expliciet was gesteld dat het rapport de buitenaardse hypothese absoluut niet zou uitsluiten. Hoe zit dit? Was de verontwaardiging terecht? Of moeten we het eens zijn met de ufo-kenners die dit rapport revolutionair noemen?
Doelstellingen
Het is belangrijk om allereerst de doelstellingen van dit rapport in acht te nemen. Het rapport, dat is uitgebracht door het Office of the Director of National Intelligence (ODNI), had twee doelstellingen: (1) het zou een gedetailleerde analyse moeten geven van de data en gegevens van de veiligheidsdiensten met betrekking tot UAP’s, en (2) een gedetailleerde beschrijving moeten geven van een protocol (‘interagency process’) waar de hele federale overheid gebruik van zou kunnen maken om data omtrent UAP’s te verzamelen en te analyseren. Met andere woorden: een gestroomlijnde manier waarop ufo-meldingen van o.a. militairen, luchtmachtpiloten en marinepersoneel konden worden verzameld en geanalyseerd.
Het rapport moest openbaar zijn, maar mocht een geheim deel bevatten dat alleen bestemd zou zijn voor de ogen van de leden van het Amerikaanse Congres. Een deel waarin meer technische details werden besproken, bijvoorbeeld over de apparatuur waarmee de UAP’s waren waargenomen. Toen het rapport uitkwam, bleek dat geheime deel groter te zijn dan het uiteindelijke publieke deel. Sommige berichten spraken over een document van 70 pagina’s vergezeld van zo’n 40 minuten aan videobeelden, maar dat is tot op heden niet officieel bevestigd. Wel is duidelijk dat de gedetailleerde analyse van de beschikbare data en gegevens over UAP’s niet in het publieke deel zit. Er wordt namelijk geen enkele casus concreet genoemd.
Ook is belangrijk om in het achterhoofd te houden dat het expliciet gaat om een ‘preliminary assessment’, dus een voorlopige evaluatie. Wie het rapport leest, merkt al gauw dat melding wordt gemaakt van nog altijd gaande onderzoeken naar de UAP-meldingen. Dit rapport is niet het laatste woord over UAP’s. Nee, dit is slechts het begin. Dit rapport vormt het startschot voor het echte onderzoek naar de aard en intenties van UAP’s oftewel de ufo’s die door Amerikaanse militairen worden waargenomen.
Inhoud van het rapport
Wat is nu de inhoud van het rapport? Hieronder volgt een samenvatting van de hoofdpunten uit het rapport, vergezeld van enkele observaties.
Inleiding en disclaimers
Het rapport begint met een inleidend deel waarin wordt beschreven tegen welke problemen de opstellers van het rapport aanliepen. Zo begint het rapport met te zeggen dat vanwege het gebrek aan rapportages die van voldoende kwaliteit zijn, het nauwelijks mogelijk is om harde conclusies te trekken ten aanzien van de aard en de intenties van UAP’s. Dit is dus meteen aan het begin een disclaimer die geldt voor alles wat volgt.
Het rapport stelt verder dat het om in totaal 144 meldingen gaat die voor dit rapport bestudeerd zijn, afkomstig uit de periode 2004–2021, afkomstig van de Unidentified Aerial Phenomena Task Force (UAPTF). Daarbij wordt nog vermeld dat de meeste meldingen niet ouder waren dan twee jaar, maar een precies aantal wordt niet genoemd. De UAPTF-meldingen zijn niet alleen al een stuk consistenter dan de meldingen van vóór 2004, met name omdat de UAPTF al probeerde meer uniformiteit in de meldingen te brengen. Maar het gaat volgens de rapportschrijvers ook om waarnemingen die door militaire vliegers zelf zijn gedaan (‘firsthand witness’), en waarbij de UAP’s werden opgepikt door apparatuur die door de schrijvers van het rapport normaliter als betrouwbaar worden beschouwd.
Interessant is dat vermeld wordt dat er bij maar liefst 80 meldingen UAP’s door meerdere sensoren werden opgepikt (dus bijvoorbeeld optische en infraroodcamera’s, radar, en wellicht door satellieten). In de meeste gevallen ging het om UAP’s die geplande trainingen of andere militaire activiteiten verstoorden. Opmerkelijk is verder dat de schrijvers zeggen dat in één geval een verklaring voor de UAP-melding kon worden gevonden (een leeglopende ballon). De overige 143 meldingen blijven onverklaard.
Algemene karakteristieken
De variatie in meldingen en de beperkte dataset maakt het dus moeilijk om harde conclusies te trekken, om gedetailleerde trendanalyses te maken en om patronen te vinden. Niettemin stellen de schrijvers van het rapport dat er wel degelijk een ‘clustering’ was van waarnemingen wat betreft vorm, omvang en in het bijzonder voortstuwing (‘propulsion’). Zo wordt vermeld dat UAP’s voornamelijk worden waargenomen rondom militaire terreinen en bij militaire trainingen.
In een beperkt aantal gevallen werden eigenaardige vluchtkarakteristieken gemeld die duiden op ‘advanced technology’. Het gaat dan om vliegbewegingen die vliegtuigen normaliter niet kunnen maken. Het gaat volgens de schrijvers om achttien incidenten die in eenentwintig meldingen voorkomen. Sommige UAP’s waren in staat om stationair te blijven zweven in winderige omstandigheden, of konden tegen de wind in vliegen, abrupte bewegingen maken of met grote snelheid voortbewegen, en dat alles zonder enige zichtbare vorm van voortstuwing. Opmerkelijk is ook dat in een ‘small number of cases’ ook ‘radio frequency energy’ werd waargenomen door militaire straaljagersystemen. Ook heeft de UAPTF een beperkte hoeveelheid data die laten zien dat UAP’s in staat zijn tot abrupte versnelling en ‘a degree of signature management’. Uit het rapport wordt niet duidelijk wat dat laatste precies inhoudt, maar waarschijnlijk wordt bedoeld dat UAP’s in het bezit zijn van een soort ‘cloaking mechanism’ waarbij ze zich voor militaire systemen zichtbaar én onzichtbaar kunnen maken.
De schrijvers van het rapport maken wat betreft de vluchtkarakteristieken wel een voorbehoud. Want sommige waarnemingen zouden wel eens het resultaat kunnen zijn van waarnemingsfouten in de apparatuur of van de waarnemers zelf. Dit betekent dat die waarnemingen dus aan een rigoureuze analyse moeten worden onderworpen. Dat gebeurt niet in dit rapport, maar de schrijvers zeggen dat er momenteel analyses gaande zijn ‘to determine if breakthrough technologies were demonstrated’.
Verschillende verklaringsmogelijkheden
De UAP’s die in de beperkte dataset van de UAPTF zitten, laten verschillend gedrag in de lucht zien. De schrijvers van het rapport stellen dat het er dan ook op lijkt dat er verschillende typen van UAP’s zijn, die ook om verschillende verklaringen vragen. De analyse van de gegevens wijst er volgens de schrijvers op dat wanneer individuele UAP-incidenten opgelost worden, deze kunnen worden ondergebracht in een van de volgende vijf verklarende categorieën:
A. Airborne clutter, dat wil zeggen zaken als vogels, ballonnen, drones en allerlei zooi die in de lucht rondvliegt zoals plastic zakjes.
B. Natuurlijke weerkundige en atmosferische fenomenen, zoals ijskristallen, neerslag en bepaalde atmosferische omstandigheden die een effect laten zien op infraroodcamera’s en radarsystemen.
C. Geheime projecten van militaire of industriële aard. Hierbij kan ook gedacht worden aan bijvoorbeeld geheime experimentele apparatuur van de Amerikanen zelf. Echter, zo stellen de schrijvers, in de beschikbare verzamelde UAP-meldingen kon niet worden vastgesteld dat deze projecten ook daadwerkelijk verantwoordelijk waren voor de waarnemingen.
D. Buitenlandse technologieën, bijvoorbeeld van China, Rusland of andere landen of een non-governmental entity. Het is niet duidelijk wat de schrijvers met die laatste categorie bedoelen. Hoe dan ook, hier wordt expliciet gesteld dat niet kan worden uitgesloten dat het bij de gemelde UAP’s geavanceerde technologie van andere mogendheden gaat.
E. Ten slotte is er een verzamelbak van ‘andere verklaringen’. Voor de ufo-gemeenschap is dit wellicht de meest interessante verklaringscategorie. In het rapport staat het zo geformuleerd: “Hoewel de meeste UAP’s die beschreven worden in onze dataset, waarschijnlijk ongeïdentificeerd zullen blijven vanwege beperkte gegevens of uitdagingen die te maken hebben met het verwerken en analyseren van de gegevens, zou het kunnen dat we verdere wetenschappelijke data nodig hebben om sommige daarvan met succes te verzamelen, te analyseren en te beschrijven. Dergelijke objecten zouden we in deze categorie willen plaatsen, terwijl we wachten op wetenschappelijke ontwikkelingen die ons in staat stellen om ze beter te begrijpen. De UAPTF is van plan om verdere analyse toe te spitsen op een klein aantal gevallen waar een UAP ongebruikelijke vluchtkarakteristieken of ‘signature management’ lijkt te laten zien.” Dit is een raadselachtige formulering, maar vermoedelijk moeten we de ‘buitenaardse hypothese’, dus de hypothese dat UAP’s een buitenaardse oorsprong hebben, in deze categorie scharen.
Een laatste woord over deze categorisering: er wordt weliswaar melding van gemaakt dat UAP-meldingen in één van deze vijf categorieën kunnen belanden. Maar de grondige lezer heeft uit het voorgaande kunnen concluderen dat van de 144 cases er slechts één verklaard is en in de categorie ‘airborne clutter’ viel (namelijk een leeglopende ballon). Met andere woorden: de resterende 143 gevallen komen in de vijfde categorie ‘andere verklaringen’ terecht. En dat op basis van de huidige stand van de wetenschappelijke en ‘intelligence’ kennis. Dat is een conclusie die op zijn minst opvallend genoemd mag worden.
UAP’s vormen een gevaar voor de luchtvaart en nationale veiligheid
Vervolgens stellen de schrijvers van het rapport dat UAP’s duidelijk (‘clearly’) een gevaar vormen voor de luchtvaart en wellicht zelfs voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten. Het rapport stelt dat er in elf gevallen sprake was van een ‘near miss’, dus een melding waarbij een piloot ternauwernood een botsing met een UAP wist te voorkomen. Op 143 onverklaarde meldingen is elf meldingen een hoog aantal. Vandaar de stelligheid van het rapport over het gevaar dat UAP’s vormen voor de veiligheid van de luchtvaart. UAP’s zouden een dreiging voor de nationale veiligheid van de VS kunnen vormen, wanneer het bijvoorbeeld daadwerkelijk zou gaan om buitenlandse technologie die blijkbaar ongestoord zijn gang kan gaan met het verzamelen van gegevens over het Amerikaanse defensieapparaat.
Ontwikkeling van een protocol voor meldingen van UAP’s
Ten slotte wordt er in het rapport een aanzet gegeven tot het ontwikkelen van een protocol dat de standaard moet worden voor alle takken van defensie, zodat meldingen uniformer worden en het makkelijker wordt om alle meldingen van UAP’s te analyseren op overeenkomsten, patronen, enzovoorts. In het rapport wordt melding gemaakt van het gebruik van artificial intelligence and zelflerende algoritmes om overeenkomsten en patronen in de data te ontdekken. Uiteraard is voor het uitwerken en implementeren van dat protocol en voor de analyses van de meldingen dan wel meer geld nodig.
Evaluatie van het rapport en een blik op de toekomst
In het vorige artikel hebben we al aangegeven wat we hoopten dat het rapport de volgende zaken aan de orde zou stellen:
- UFO’s/UAP bestaan;
- UFO’s/UAP technologisch van aard lijken;
- UFO’s/UAP superieur zijn aan Amerikaanse technologie.
We kunnen concluderen dat het rapport inderdaad deze drie stellingen bevestigt en sterker nog, met een dikke pen onderstreept, namelijk vanuit het perspectief van nationale veiligheid: het rapport bevestigt dat defensie geen grip heeft op het UAP-fenomeen, dat UAP’s zich ongehinderd door het Amerikaanse luchtruim bewegen, dat niet duidelijk is wat de UAP’s zijn, waar ze vandaan komen en wat hun intenties zijn. Daarom wordt er in het rapport dringend opgeroepen tot meer onderzoek.
Dat maakt het rapport – ondanks de schijnbaar magere inhoud – tot een revolutionair document. Het laatste officiële rapport van de Amerikaanse overheid – het Condon-rapport uit 1969 – concludeerde dat ufo’s niet bestaan (het waren vooral illusies of verkeerd waargenomen natuurlijke fenomenen), dat ufo’s geen bedreiging vormden voor de luchtvaart of nationale veiligheid, en dat ze niet de moeite waard waren om te bestuderen. Dit nieuwe rapport concludeert op alle drie de punten exact het tegenovergestelde. Of je nu gelooft dat ufo’s/UAP’s buitenaardse voertuigen zijn of niet, vriend en vijand is het erover eens dat het van het grootste belang is om verder onderzoek te doen naar deze fenomenen.
En dat onderzoek komt er. Kort nadat het rapport op de website van het Pentagon verscheen, verscheen er nóg een bericht, afkomstig van de perschef van het Pentagon, John Kirby. Het was een persbericht dat betrekking had op het rapport en dat vergezeld ging van een kopie van een brief die ondertekend was door Kathleen Hicks, de Deputy Secretary of Defense. In die brief geeft Hicks opdracht om de missie die tot nu toe door de UAPTF werd uitgevoerd te formaliseren. Die missie is onder andere om procedures op te zetten om de binnenkomende UAP-meldingen te verzamelen, te rapporteren en te analyseren, en om te kijken hoe je militaire tests en trainingsgebieden beter kunt beschermen. Hicks schrijft dat er gekeken moet worden hoeveel staf er nodig is, hoeveel geld er nodig is, hoe de organisatie eruit moet zien, enzovoort. Alle militaire diensten en veiligheidsdiensten moeten hun medewerking verlenen. Zoals een reporter het op Twitter verwoordde: Hicks geeft hiermee in feite het startsein om de echte X-files op te starten. De UAPTF wordt hiermee de spil in het hele UAP-verhaal.
Het verhaal gaat verder. De website The Black Vault kreeg van het Pentagon bevestigd dat er binnen 90 dagen opnieuw een evaluatie plaatsvindt. Onduidelijk is nog of het publiek daar veel van zal horen. Wij zullen deze ontwikkelingen hoe dan ook op de voet blijven volgen en de geïnteresseerde lezers op de hoogte houden.